maandag 22 november 2010

Voorbeeldfunctie

Studietaak 6 

 Voorbeeldfunctie
Ik ben me ervan bewust dat ik als leerkracht een voorbeeldfunctie heb. Maar welke dingen zijn een persoonlijk kwestie en over welke dingen heeft de school wat te zeggen?
Ik zou wel alle informatie geven over mijn burgerlijke staat. Ik heb niets te verbergen naar mijn weten. Mijn vriend en ik hebben ervoor gekozen om niet te gaan samenwonen. Ik ben namelijk van mening dat; je kiest voor iemand en ervoor gaat, je accepteert de leuke kanten (samenwonen) en de minder leuke dingen. Maar als je twijfelt ben je dus nog niet zeker van deze keuze om voor altijd met die persoon te zijn. Wat ik nu ook weer geleerd heb in de minor ‘Gezin in de schijnwerper’, is dat veel relaties/huwelijken stuk lopen doordat ze zichzelf de vraag stellen: ‘wat heb ik eraan, vind ik het nog wel leuk?’ Door te gaan samenwonen kun je hem/haar ‘uitproberen’. Maar het kan niet anders dat je altijd die ‘ik’ vragen in je hoofd zult hebben, terwijl het juist om het ‘samen’ gaat. Door deze proefperiode zit je nog nergens aan vast, maar dan kom ik weer terug op mijn visie; je kiest voor alles van die persoon en anders (nog) niet. Ik besef dat andere mensen juist wel hun redenen hebben om te gaan samenwonen. Ik vind, tot nu toe, niet dat je als school een leerkracht kunt weigeren omdat hij of zij samenwoont. De kwaliteiten van een leerkracht zijn belangrijk, echter niet alleen dat. De visie van beide moet wel zodanig overeenkomen dat er een goede samenwerking tot stand kan komen.
Naar de kerk gaan betekent niet alleen uiting geven aan je geloof. Maar ook als opbouw voor jezelf en anderen. Je komt in de kerk en bent samen de bruid (gemeente) van de bruidegom (God). Geloof is niet alleen voor jezelf, christen zijn is een gemeenschappelijke zaak[1].Voor mij is de gemeente als; een familie; een veilige plek waar je jezelf kunt zijn; samen God in blijdschap aanbidden; en terug kunt komen als het moeilijk is om steun te krijgen van anderen. Bidden helpt, maar samen bidden kan mij ook directe moed geven. Vanuit die gedachte vind ik dat je naar de kerk gaan niet te vaak moet verzuimen.
Drank, drugs en roken komt natuurlijk ook kijken bij mijn voorbeeldfunctie. Ik ben nog nooit dronken geweest, gebruik geen drugs gebruikt en rook niet. Ik hou, zoals iedereen, wel van een lekker wijntje als ik met vrienden ben. Doordat ik niet dronken wil worden, zullen leerlingen of broers/zussen mij niet dronken zien. Als je als leerkracht drugs gebruikt of dronken wordt, vind ik dat je de voorzorg moet nemen dat leerlingen en familie je niet zo aantreft en verhuis dus als eigen verantwoording of blijf bij vrienden.
Het liefst werk ik niet in dezelfde plaats als waar ik woon. Ik vind het fijn om op deze manier werk en privé gescheiden te houden. Ik vind het niet fijn om halve oudergesprekken te moeten voeren als ik boodschappen aan het doen ben. Daardoor zal ik over het algemeen alleen rondom school een voorbeeld zijn voor de leerlingen.
Hoe het thuis gaat vind ik een persoonlijke kwestie; vreemdgaan, scheiding en alles hier omheen. Maar het kan niet anders dan dat deze gebeurtenissen gaan doorwerken in het humeur en/of lesgeven van de leerkracht. De leerlingen en ouders hebben vanaf dit punt wel het recht om enigszins te weten wat er aan de hand is. Ik vind dat deze informatie kort en zakelijk moet zijn en dat de school weet wat er verteld gaat worden. De grenzen moet de leerkracht zelf aangeven in overleg met de school.
Homoseksualiteit vind ik een moeilijk onderwerp. Ik ben namelijk van mening dat God de liefde heeft bedoeld voor tussen een man en een vrouw. Ik geloof dat mensen homoseksuele gevoelens kunnen hebben. In de Bijbel lees je ook over mannen die met elkaar gemeenschap hebben. Dit was echter wel steeds bij een volk die een andere God aanbad. Ik denk ook dat het niet iets van God is. Ik weet dat homo’s leuke en aardige mensen zijn, waar niets mis mee is. Maar ik denk dat een homo voor de klas, leerlingen teveel stimuleert in het idee dat het oké is. Mijn visie over man en vrouw komt daardoor op de achtergrond en is dan minder van belang. Ik zou iemand die homo is niet aannemen op basis van voorbeeldfunctie. Hoe jammer dat ook zou zijn.
Natuurlijk vind ik dronken worden, drugs gebruiken, scheiden, vreemdgaan en homoseksualiteit niet gewenst, maar ik besef ook dat een mens vol verleidingen komt te staan en zondig is. ‘Ik keur je als persoon niet af, maar wel je gedrag’. Oftewel ik keur gedrag van dronken worden en drugs af. En als collega/vriend/christen heb je de verantwoordelijkheid om die persoon hierop te wijzen, met liefde. Ik vind dat de voorbeeldfunctie in de school zelf het belangrijkst is. Al deze dingen doet men meestal buiten de klas, in zijn vrije tijd. Is dit niet zo, dan hebben deze acties gevolgen voor het functioneren van de leerkracht en moet de school ingrijpen. Daarom ben ik ook van mening dat een homo niet voor de klas moet, want dit kun je niet alleen in je vrije tijd doen, dat ben je.
Bij al deze dingen vind ik dat je als directeur van een school duidelijk de visie van de school moet verwoorden aan de ouders. Ik vind dat elke leerkracht moet weten wat deze visie is en verwoorden hoe je er als school tegenover staat. Om op deze manier verdere onduidelijkheden en roddels te voorkomen. Een persoonlijke visie kan wel, maar moet duidelijk vanuit de ‘ik vind’ boodschap komen.


[1] Graaf, R. de (2006) Bijzonder onderwijs, Christelijk geloof in de dagelijkse praktijk van basis- en voortgezet onderwijs, Zoetemeer, Uitgeverij Boekencentrum, blz. 115.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten