maandag 22 november 2010

Organisatie en identiteit

Organisatie
Ik zou graag op een christelijke basisschool werken die aansluit op mijn eigen ideeën. In het artikel ‘Je werkgever, niet je baas’ uit H. Klifman[1] gaat hij vooral in op de voordelen van het werken bij een grote vereniging.
Een grote vereniging kan beter rekening houden met en aanpassen op verschillende voorkeuren van ouders, op het gebied van identiteit. Als ze bij een school wel psalmen zingen, maar er komt veel commentaar van ouders dat zij psalmen niet nodig vinden, kan de vereniging ervoor kiezen om een van hun andere scholen dus geen psalmen te laten zingen. Zo kunnen ouders en leerkrachten zich bij een school aansluiten die het meest overeenkomt met hun overtuiging.
Voor leerkrachten heeft een grote vereniging nog een voordeel. Door mijn stage ben ik dingen gaan realiseren en ben ik wel eens van gedachten veranderd, hier ga ik bij ‘identiteit’ meer op in. Door nieuwe gebeurtenissen heen verander ik en pas mijn visie hierop aan. Het kan zijn dat de identiteit van de school en mijzelf hierdoor te veel gaat verschillen. Een grote vereniging biedt meer de mogelijkheid om van school te veranderen die beter bij mij aansluit.
Een voordeel dat ik zelf heb meegemaakt is; in geval van leerling tekorten, is er meer mogelijkheid om deze intern op te lossen. De leerkracht kan in een van de andere scholen van de vereniging geplaatst worden. Een kleine vereniging zal hier meer moeite mee hebben, waaronder PCB.
Een vraag die ik kreeg bij het lezen van dit artikel was, in hoeverre kan een grote organisatie een duidelijke identiteit vertegenwoordigen als bestuur? Ze moeten met zoveel meningen en ideeën rekening houden. Bij een kleine vereniging zal de identiteit minder uitwijken van de identiteit van het bestuur, denk ik.
Maar uiteindelijk vind ik het allerbelangrijkst dat ik op een school werk waar ik mezelf kan zijn, mijn ei kwijt kan en me fijn voel in het team. Onder welk bestuur een school dan valt, maakt mij niet veel uit, op dit moment. Ik zal de mening van H. Klifman daarentegen wel meenemen in het kiezen van een werkplek.
Identiteit
In het volgende gedeelte geef ik aan wat mijn visie is op schoolidentiteit. Ik zal mijn visie laten blijken vanuit een aantal onderwerpen, waarin ik mijn stages met verschillende kerkstromingen mee zal nemen. Hieruit zal blijken hoe ik mijn godsdienstonderwijs het liefst vorm zou geven, n.a.v. de ervaringen die ik tot nu toe heb opgedaan.
Kennis of verkondiging
Verhalen vertellen vind ik erg belangrijk. Ik weet van mezelf en door ervaringen, dat een verteld verhaal beter blijft hangen dan een voorgelezen verhaal. Ik kan meer contact maken met de kinderen en inspelen op hun reacties door het bijvoorbeeld meer/minder spannender, langer of korter te vertellen. In mijn jeugd heb ik op school toch wel deze verhalen gemist. Daarom wil ik graag dat de leerlingen die ik krijg, deze verhalen wel kunnen horen. Nog een belangrijke reden om verhalen uit de Bijbel te vertellen is omdat de individuele identiteit van een ieder niet alleen uit jezelf gevormd wordt, maar ook door je geschiedenis. Ze zijn dus wezenlijk voor ons bestaan[2].
Welke bron ik zou gebruiken hangt af van de leeftijd. In de bovenbouw vind ik het interessant om de echte Bijbel, naast de kinderbijbel, er eens bij te pakken. Hier staan vaak details of zinnen in waar je goed op kan inspelen door, bijvoorbeeld, een discussie. En natuurlijk gaat een verhaal meer leven bij de kinderen, als ze ook weten wat ze er nu mee kunnen. Bij jongere kinderen vind ik het belangrijk dat ze het verhaal kunnen volgen, waarbij een kinderbijbel meer geschikt is.
Ik heb zelf les gekregen en gegeven op een katholieke school, vanuit de methode ‘Trefwoord’. Dit is een methode die ik niet erg hoog in het vaandel heb staan. Er worden verzonnen verhalen verteld, die dan gebaseerd zouden moeten zijn op een verhaal uit de Bijbel. Maar soms is die link erg ver te zoeken. Waarschijnlijk was het doel van de bedenkers, om de verhalen door de belevingswereld van het kind te vertellen. Hierdoor is het eigenlijke doel, vertellen over God vanuit de Bijbel, niet duidelijk genoeg uit de verf gekomen.
Mijn mening hierover laat blijken dat ik verhalen uit de Bijbel niet ‘ten koste’ wil laten gaan door een verhaal uit de belevingswereld van kinderen. Met de originele verhalen uit de Bijbel valt namelijk ook prima te werken! Dit merkte ik toen ik in Putten op een protestants christelijke school zat, waar bijna iedereen naar de hervormde- of gereformeerde gemeente ging. Hier werd de kaartenbak van Stichting Timotheüs gebruikt. Dit zijn verhalen die bijna rechtstreeks uit de Bijbel komen met vragen erbij die vooral feitelijk zijn. Wat mij opviel was dat deze kinderen echt heel veel van de Bijbel af wisten. Waar je een echt diepgaand gesprek over de Bijbelverhalen kon hebben. Hieruit blijkt wel dat er veel aandacht wordt besteed aan de ‘kennis’ kant. Betrekking op hun eigen leven kwam ook wel aan bod, maar daar draaide het niet om. Het was dan ook wel even omschakelen toen ik in de stad Harderwijk ging stagelopen op een christelijke school. Terwijl in Putten weinig kinderen niet naar de kerk gingen, gingen er in Harderwijk juist weinig kinderen wel naar de kerk. Ik moest dus heel erg omschakelen. Het kennisniveau van de Bijbel was bijzonder laag! Hier werd mee omgegaan door uit een kinderbijbel te vertellen. Dit lijkt mij ook het verstandigst. Over verschillende methodes ga ik bij studietaak 7 verder op in.
Behalve goed vertellen van een verhaal maak ik zo veel mogelijk gebruik van visuele ondersteuning. Hoe meer zintuigen worden gestimuleerd, hoe beter ze de boodschap onthouden, en dat is het doel. Dit varieert van toneel spelen, PowerPoints, voorwerpen tot schilderijen.
De Bijbelboeken spreuken en Hooglied zijn niet zo zeer in verhalende vorm. Maar godsdienstonderwijs draait echter niet om verhalen vertellen, maar om de boodschap. Deze boeken hebben nuttige dingen te vertellen. Zo kan ik Hooglied goed gebruiken bij seksuele voorlichting en geschiedenis; denken over seks. Spreuken kan je goed betrekken op spreekwoorden. Prachtige spreuken om discussie over te houden. Deze boeken zou ik echter wel voornamelijk in de bovenbouw gebruiken.
Muziek maken is een erg belangrijk aspect in het geloof. Het kan een vreugdebron zijn om samen te zingen. Het brengt dus ook gevoel met zich mee. Wat er op dat moment gebeurt kan je koppelen aan je gevoel dat je bij die gebeurtenis hebt. Zowel op school als privé. Ook als je in de put zit, kun je nou net dat ene liedje van vroeger herinneren: toen ik in de put zat, trok hij mij eruit... Je hoeft niet bang te zijn.. enz. Hoe er met de psalmen wordt omgegaan vind ik een heel verschil met andere christelijke liedjes. Ik ben van thuis uit niet gewend om psalmen te zingen. Pas op basisscholen die vooral protestants-christelijk waren, kwam ik hiermee in aanraking. Ik merk dat er weinig vreugde is bij het zingen van psalmen door kinderen en leerkracht. Misschien komt dit doordat deze liederen niet in de taal van nu zijn geschreven. Waardoor er eerst een uitleg komt over de betekenis van de psalmen, en deze ebt ook snel weer weg. Ik vind dat je op deze, niet-kind-vriendelijke-manier, de interesse over de verkondiging geen goed doet. Ik kan me voorstellen dat kinderen een beeld gaan vormen bij de kerk als: saai. Bij christelijke liedjes, van Elly & Rikkert bijvoorbeeld, merk ik juist wél die vreugde! Dit is dan ook op een vrolijke toon en begrijpbare tekst, echte kinderliedjes dus. Tijdens mijn stage op een protestants-christelijke school zongen de kinderen, naast de wekelijkse psalm, uit hun ‘liederen schriftje’. Hier waren alle vrije liedjes die ze geleerd hadden in geplakt. In mijn onderwijs zou ik ook een schriftje met liedjes willen laten maken door de kinderen. Zo komen de liedjes dichterbij en door de herhaling, en ondersteuning van de tekst, krijgen ze plezier in het zingen over God.
Door deze alledaagse onderwerpen heen merkt u dat ik meer neig naar de ‘verkondiging’ kant dan naar de ‘kennis’ kant. Ik ben van mening dat je kinderen moet laten kennismaken met God en het geloof. De tienertijd is de belangrijkste groep in een kerk. Want, zoals ik al zei, in deze leeftijd hebben de meeste christenen een eigen keuze gemaakt voor God. In deze periode en daarna zal kennis een belangrijkere factor gaan worden.
Verschillende culturen
Ik heb in Pabo 3 een essay gemaakt over moslims in een christelijke school. Hierdoor heb ik mijn visie gevormd hoe ik met andere culturen en religies wil omgaan binnen de christelijke school.
Zo vind ik het belangrijk om vast te houden aan de christelijke visie van de school. Als er kinderen van andere culturen in de klas zitten, zal ik deze kinderen ruimte geven om te vertellen over hun cultuur en religie. Door bijvoorbeeld een onderwerp aan te halen die in elke religie van die klas tot uiting kan komen. Om dit laatste te kunnen doen is het nodig om kennis te vergaren over de culturen en religies uit de klas. Om op deze manier meer te begrijpen wat zij geloven en wat hun handelingen hierdoor zijn. Maar ik ga ook in gesprek met hen om zo stereotypen te voorkomen. Als ik in een klas werk waar geen verschillende culturen in voorkomen en ook weinig in de omgeving, zal ik andere religies veel minder aan bod laten komen. Dit onderwerp ligt op dat moment nog niet in hun belevingswereld en ze kunnen er dan weinig mee. Als ze aangeven dat ze er meer over willen weten, ga ik daar wel op in natuurlijk. Hoe meer vragen er nu beantwoord worden, hoe beter hun gedachten gevormd kunnen worden. In mijn sollicitatiebrieven zet ik daarom ook altijd de zin: Bovendien geloof ik dat als een kind al vroeg respect voor verschil in afkomst, geloof en karakter leert, sterker in de samenleving zal staan. Dat is toch het uiteindelijke doel van onderwijs?’


[1] R. de Graaf (2006) Bijzonder onderwijs, Christelijk geloof in de dagelijke praktijk van basis- en voortgezet onderwijs, Zoetemeer, Uigeverij Boekencentrum, blz. 62.
[2] Graaf, R. de (2006) Bijzonder onderwijs, Christelijk geloof in de dagelijkse praktijk van basis- en voortgezet onderwijs, Zoetemeer, Uitgeverij Boekencentrum, blz. 51.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten